Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hun [29]voeten waren [30]rechte voeten, en hun [31]voetplanten waren gelijk de voetplanten van een [32]kalf, en [33]glinsterden gelijk de verf van [34]glad koper. 29. Dat is, benen of schenkels. Hebreeuws, en hunne voeten, de voet was recht. 30. Betekenende de rechtmatigheid van hunne werken. 31. Versta het deel des beens, dat eigenlijk de voet genaamd wordt. 32. Die rond en vast zijn, tot een teken van de wakkerheid der engelen en vaardigheid in het uitvoeren van hun dienst. 33. Om te tonen dat de werken, die God door de engelen doet, klaar en heerlijk zijn. 34. Of, van gepolijst, geschuurd en gezuiverd koper, betekenende de reinheid der engelen; vergelijk Openb.1:15.